Schrijvers in en over Ede
Na het succes van Pen in het zand (2007) Bennekom te boek (2009) en Uitgelezen Lunteren (2015) wordt het hoog tijd dat ik de schrijvers die in Ede woonden en werkten presenteer.
In de loop van de tijd komen hier bijdragen te staan over schrijvers en dichters die de voorbije eeuwen in Ede woonden en werkten. Natuurlijk Edese bekendste auteur Jan Siebelink en vanzelfsprekend ook Arthur van Schendel. Maar ook bekende namen als Willem Brakman, Anna Maria Moens, Kees Stip, Frederik van Eeden, Willem Kloos, Jef Last, Martinus Nijhoff, Koos van Zomeren, Marga Minco, Jos van Manen Pieters en J.J. Voskuil komen uitvoerig aan bod. Daarnaast nog tientallen vergeten en of onbekendere namen. Kortom voor elk wat wils.
Wil je mijn bijdragen ook per mail ontvangen? Laat dan hier je naam en e-mailadres achter.
Het doel is uiteindelijk weer een boek te publiceren. De werktitel is Een kortstondig Eden. Schrijvers in en over Ede. De titel is afkomstig uit een brief van de dichter Adriaan Roland Holst (1888-1976). Hij kwam naar de Edese villa Pacifica van Arthur van Schendel, omdat het hem in Amsterdam niet beviel. Op 29 november 1917 schreef hij Annie van Schendel vanuit zijn kamers aan de Keizersgracht ‘nu zit ik weer alleen op deze stadskamer, omsingeld door herinneringen aan Ede, dat mij een kortstondig “Eden” is geweest. Ik troost mijzelf nu maar met de gedachte, dat mijn verbanning niet voor goed geldt, en dat ik nog wel eens gelijk een wereldmoede Adam uit mag komen rusten in een paradijs, waar de boom valt en niet de mensch.’