Een kortstondig Eden (1)

Schrijvers in en over Ede

Verlossinghe der Veluwe (1630) – Jacob Revius

In de nacht van 18 februari 1624 trokken de Spaanse troepen in Ede zich halsoverkop terug op de Ginkelse hei. Waarom? De bekende reformatorische dichter Jacobus Revius zag hierin de hand van God. Tijdgenoten verhalen dat er een trompetter op Harsloo was die ‘het Liedeken Wilhelmus van Nassauwen’ speelde. Daardoor dachten de Spanjaarden dat er prinselijke troepen kwamen opdagen

Nog diezelfde nacht trokken de Spaanse troepen zich halsoverkop terug op de Ginkelse hei. Waarom? De bekende reformatorische dichter Jacobus Revius (1586-1658) gaf zes jaar later in zijn bundel Over-ysselsche Sangen en Dichten een verklaring voor de gebeurtenissen bij Ede in het gedicht ‘Verlossinghe van de Veluwe. Anno 1624’.

T’verblinde1 Nederlant had schier de water-Goden
De eere van haer heyl en vasticheyt geboden:2
Den Spaengiaert lachter om en houter me sijn spot,
Die boven haer3 de Vorst nu maket tot een God.
De vorst, de felle vorst, die Neerlant heeft benomen
In eenen ogenblick de meyren en de stromen.
Neptunus leyt van cou soo cleumeri[o]h en stijf
Dat wagenen gelaen hem rijden over ‘tlijf.
De Nymphen voelen tsaem haer aderen verstenen
En inden diepen gront bewortelen4 haar tenen.
De Isel, Maes, en Wael, en den gesloten5 Rijn
Nu moeten als een brug’ voor den verderver sijn:
So vinnich als de cou haer leden dede smerten
So vinnich was den brant die porde hare herten
De Velu in het bloet te leggen en in d’as.
Maer God, bewijsende dat hy noch meester was,
Liet horen sijn trompet en dee den aftocht spelen:
Den Spaengiaert meende dat hem ‘tmes stond op der kelen,
Rees op verbaesdelijck6 en gaf hem7 op de vlucht.
Den sneeu die creech de loop8, het ys de watersucht,9
En toonde datse sijn geluckich die hier bouwen
Op water noch op ys, maer God alleen betrouwen.

1. verblinde: immers Nederland had niet op het water moeten vertrouwen, maar op God (zie laatste versregel). 2. was bijna aan de watergoden (de rivieren) zijn voorspoed en weerstandsvermogen gaan toeschrijven. 3. Boven hen. 4. wortel schieten. 5 bevroren. 6. Ontstelt. 7. begaf zich. 8 Diarree. 9 ziekelijke ophoping van water in het lichaam

Jacob Revius paste hier de inhoud van psalm 137 toe op de oorlogsomstandigheden. Zijn verklaring voor het overhaaste vertrek van de Spanjaarden was simpelweg de hand van God. Het lag voor hem voor de hand dat hij dacht aan Oudtestamentische verhalen over bevrijding door een onverklaarbare vlucht van den vijand ten gevolge van het ingrijpen van een hogere macht (2 Kon. 7 : 7).

Andere auteurs zoals Van Wassenaer en Aitzema hebben een hele andere verklaring voor het overhaaste vertrek van de Spanjaarden uit Ede. Zij verhalen dat er een trompetter op Harsloo was die ‘het Liedeken Wilhelmus van Nassauwen’ speelde. Daardoor dachten de Spanjaarden dat er prinselijke troepen kwamen opdagen.

Op deze verklaring komen we volgende keer terug.

Portret van Jacob Revius (1586-1658). Gravure door Jonas Suyderhoef (graveur) naar een verloren werk van Frans Hals, ca. 1664-1686.

Na het succes van Pen in het zand (2007) Bennekom te boek (2009) en Uitgelezen Lunteren (2015) wordt het hoog tijd dat ik de schrijvers die in Ede woonden en werkten presenteer. Wil je mijn bijdragen ook per mail ontvangen? Laat dan hier je naam en e-mailadres achter.

Een kortstondig Eden

Schrijvers in en over Ede

Na het succes van Pen in het zand (2007) Bennekom te boek (2009) en Uitgelezen Lunteren (2015) wordt het hoog tijd dat ik de schrijvers die in Ede woonden en werkten presenteer.

In de loop van de tijd komen hier bijdragen te staan over schrijvers en dichters die de voorbije eeuwen in Ede woonden en werkten. Natuurlijk Edese bekendste auteur Jan Siebelink en vanzelfsprekend ook Arthur van Schendel. Maar ook bekende namen als Willem Brakman, Anna Maria Moens, Kees Stip, Frederik van Eeden, Willem Kloos, Jef Last, Martinus Nijhoff, Koos van Zomeren, Marga Minco, Jos van Manen Pieters en J.J. Voskuil komen uitvoerig aan bod. Daarnaast nog tientallen vergeten en of onbekendere namen. Kortom voor elk wat wils.

Wil je mijn bijdragen ook per mail ontvangen? Laat dan hier je naam en e-mailadres achter.

Het doel is uiteindelijk weer een boek te publiceren. De werktitel is Een kortstondig Eden. Schrijvers in en over Ede. De titel is afkomstig uit een brief van de dichter Adriaan Roland Holst (1888-1976). Hij kwam naar de Edese villa Pacifica van Arthur van Schendel, omdat het hem in Amsterdam niet beviel. Op 29 november 1917 schreef hij Annie van Schendel vanuit zijn kamers aan de Keizersgracht ‘nu zit ik weer alleen op deze stadskamer, omsingeld door herinneringen aan Ede, dat mij een kortstondig “Eden” is geweest. Ik troost mijzelf nu maar met de gedachte, dat mijn verbanning niet voor goed geldt, en dat ik nog wel eens gelijk een wereldmoede Adam uit mag komen rusten in een paradijs, waar de boom valt en niet de mensch.’